Uw verdiende loon
Je werkt voor je loon. Het is de tegenprestatie voor je inspanningen. Loon is in elk geval opgebouwd uit functieloon (afgestemd op je functie, ervaring en je beoordeling) en vakantietoeslag. Ook onregelmatigheidstoeslag en avond- en weekendtoeslagen behoren bij het loon.
Hetzelfde geldt voor een bonus die voor het leveren van een bepaalde prestatie worden verstrekt. Niet alle vergoedingen die een werkgever aan een werknemer betaalt, kunnen echter als loon worden aangemerkt. Een onkostenvergoeding is bijvoorbeeld geen loon als die vergoeding wordt gedekt door werkelijk gemaakte of te maken kosten. Loon hoeft niet alleen in geld te worden uitgekeerd. Het kan gedeeltelijk ook op een ander wijze worden vastgesteld, zoals bijvoorbeeld het gebruik van een woning, alsmede de betaling van vaste lasten als verlichting en verwarming. In het geval de hoogte van het loon of de wijze van vaststelling daarvan niet uit de arbeidsovereenkomst blijkt, kan de rechter in een geschil een gebruikelijk of billijk loon vaststellen.
Minimum loon
Loon moet een minimale hoogte hebben. Indien niet minimaal het minimumloon wordt betaald, kan een werknemer het minimumloon vorderen. Het minimumloon wordt twee keer per jaar aangepast, in januari en juli. Het minimumloon dat per 1 januari 2017 geldt voor een werknemer die 23 jaar of ouders is, bedraagt € 1.551,60 bruto per maand. Voor werknemers jonger dan 23 jaar mag een werkgever een lager loon uitbetalen. In dat geval is de werkgever wel verplicht om het minimum jeugdloon te betalen. Dit is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en varieert per 1 januari 2017 van € 465,50 bruto per maand bij een 15-jarige tot € 1.318,85 bruto per maand bij een 22-jarige. Voor wat dit laatste betreft, geldt dat op 25 januari 2017 een wet is aangenomen op basis waarvan in de komende jaren het minimumjeugdloon in stappen zal worden afgeschaft vanaf de leeftijd van 21 jaar, met het doel om jongeren vanaf 21 jaar te laten opstomen naar het minimumloon.
Beslag
Op loon kan beslag worden gelegd. De werknemer heeft na beslaglegging dan nog wel recht op een bepaald minimumloon. Dit bedraagt 90% van de voor werknemer geldende bijstandsnorm.
Verrekening
Bij einde dienstverband kan loon met vorderingen die werkgever nog op werknemer heeft worden verrekend. Dit kan bijvoorbeeld als werkgever teveel salaris heeft betaald. Tijdens het dienstverband mag verrekening zonder instemming van de werknemer alleen in door de wet voorgeschreven situaties plaatsvinden. Als voorbeeld kan hier worden genoemd dat de werknemer aan de werkgever schadevergoeding verschuldigd is ten gevolge van opzettelijk of roekeloos handelen (zie voor andere situaties art. 7:632 BW).
Te late betaling, sancties
Als je werkgever je geen salaris betaalt, kun je hem het beste eerst schriftelijk, liefst per aangetekende brief, sommeren om tot betaling over te gaan. Indien je daarna je salaris nog niet hebt ontvangen, kun je in een versnelde procedure (kort geding) bij de kantonrechter je salaris vorderen. In geval van te late salarisbetaling heb je recht op wettelijke verhoging en wettelijke rente over het verschuldigde loon. Ook kan over de wettelijke verhoging wettelijke rente worden berekend. Om daarop aanspraak te kunnen maken, is voorafgaande ingebrekestelling nodig. Voorts kan de kantonrechter de werkgever in de proceskosten veroordelen. Te late salarisbetaling houdt in dat het salaris niet binnen drie dagen na de in de onderneming voor salarisbetaling gebruikelijke dag is ontvangen. De wettelijke verhoging bedraagt over de vierde tot de achtste vertragingsdag 5% van het bruto dagloon. Vanaf vertragingsdag 8 betaalt de werkgever 1% per dag. Dit kan oplopen tot maximaal 50% over het verschuldigde salaris. De kantonrechter heeft evenwel de bevoegdheid om deze verhoging op grond van de omstandigheden van het geval te matigen. De gemiddelde verhoging is zo'n 15%.
Loondoorbetaling tijdens ziekte
In geval een werknemer door een lichamelijk of geestelijk gebrek niet kan werken, behoort de werkgever het loon gedurende twee jaren door te betalen (art. 7:629 BW). Een werknemer heeft evenwel niet onder alle omstandigheden recht op loondoorbetaling. Indien werknemer zijn werk bijvoorbeeld niet verricht terwijl hij zich ten onrechte ziek heeft gemeld, heeft hij geen recht op salaris (art. 7:629 lid 3 BW). Ook indien werknemer de bedrijfsarts niet de vereiste informatie over zijn verzuim verstrekt en in het geval hij de arbeidsongeschiktheid opzettelijk heeft veroorzaakt heeft hij geen recht op loondoorbetaling. Hetzelfde geldt indien werknemer een lichamelijk of geestelijk gebrek heeft verzwegen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst of weigert om passende arbeid waartoe hij in staat is, te accepteren na een redelijk aanbod daartoe van werkgever.