Solliciteren verplicht tijdens ziekte?

Een recente zaak van een cliënt en een recente uitspraak van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch gedateerd 22 augustus 2017, over al of geen sollicitatieplicht tijdens ziekte, zijn aanleiding voor dit artikel.
Feiten
Casus 1
Cliënt, werkzaam als order-picker en chauffeur in een vleesverwerkend bedrijf, valt uit wegens rugklachten.
Re-integratie in het eigen werk mislukt in de 3e ziektemaand ( november 2016)
Daarna luidt het advies van de bedrijfsarts, licht aangepast werk, zo nodig tweede spoor.
Aansluitend gaat cliënt licht administratief verrichten en krijgt hij tevens de opdracht om te solliciteren naar een aangepaste functie bij een ander bedrijf.
Cliënt verricht de lichte administratieve werkzaamheden, maar weigert te solliciteren omdat hij van oordeel is terug te kunnen keren naar zijn eigen werk.
Aangedrongen wordt op een werkplekonderzoek door een arbeidsdeskundige hetgeen door de werkgever wordt geweigerd.
Twee maanden later ( januari 2017) wordt de loonbetaling stopgezet met onder meer als verwijt werkweigering. Drie dagen later wordt cliënt om dezelfde reden op staande voet ontslagen.
Bij verzoekschrift wordt namens de werknemer vernietiging van het gegeven ontslag op staande voet gevorderd. In zijn beslissing gedateerd 6 april 2017, overweegt de kantonrechter onder meer
“dat van een werkgever gevergd kan worden over te gaan tot aanpassingen in het werk dan wel inschakeling van een re-integratiebedrijf”.
Uitdrukkelijk wordt vermeld dat “ niet volstaan kan worden met het ter beschikking stellen van een computer en de werknemer opdragen te solliciteren, zeker niet waar de werknemer een deskundigen oordeel heeft gevraagd omdat hij van mening is dat re-integratie in de tweede spoor nog niet aan de orde is”.
De kantonrechter oordeelt uiteindelijk dat de aangevoerde dringende reden geen stand kan houden, het ontslag op staande voet wordt vernietigd met veroordeling van de werkgever tot betaling van het salaris, te vermeerderen met de wettelijke rente; wettelijke verhoging en met veroordeling in de proceskosten.
Rechtbank Overijssel 06-04-2017,ECLI:RBOVE:2017:1580
Casus 2
Met ingang van 18 oktober 2004 is werknemer in dienst getreden in de functie van timmerman.
Op 3 mei 2013 heeft werknemer zich arbeidsongeschikt gemeld.
In het kader van het re-integratieproces is vervolgens op 29 april 2014 een eerstejaars evaluatie, alsmede een bijstelling plan van aanpak opgesteld.
Medio mei 2014 vindt vervolgens een intakegesprek plaats met een medewerkster van het re-integratiebureau. Werknemer stemt niet in met de bijstelling plan van aanpak, omdat hierin een sollicitatieverplichting was opgenomen.
Werkgever dreigt vervolgens de loonbetaling stopt te zetten als het bijgestelde plan niet op korte termijn wordt ondertekend. Werkgever heeft vervolgens de loonbetaling stopgezet tot het moment dat werknemer alsnog kenbaar maakt tot ondertekening van het plan van aanpak te willen overgaan.
Werknemer vordert aansluitend, werkgever te veroordelen tot betaling van achterstallig loon.
De kantonrechter wijst deze vordering af. Werknemer gaat van deze beslissing in beroep.
Nadat eerst is vastgesteld dat:
- Deze werkgever geen passende werkzaamheden binnen haar onderneming beschikbaar had voor deze werknemer;
- Er een re-integratie spoor 2 moet worden gevolgd;
- Het re-integratiebureau, de werkgever had geadviseerd de kandidaat, in casu de werknemer, enige sollicitatie-activiteiten te laten uitvoeren,
oordeelt het gerechtshof dat medewerking sollicitatieverplichting van werknemer verlangd kan worden op grond van Art 7:660a lid 1 onderdeel b BW.
Het vonnis van de kantonrechter wordt dus bekrachtigd, met veroordeling van deze werknemer in de kosten van de procedure.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22-08-2017,ECLI:NL:GHSHE:2017:3752
Re-integratie 1e en 2e spoor
In het eerste jaar is de re-integratie met name gericht op terugkeer in het eigen werk of ander passend werk bij de eigen werkgever. Dit heet ook wel interne re-integratie ( 1e spoor). In dat eerste jaar dient dus de werkgever zorgvuldig na te gaan of terugkeer in het eigen werk of ander passend werk mogelijk is.
Als interne re-integratie niet mogelijk is gebleken, komt het 2e spoor in beeld.
Indien werknemer niet kan re-integreren bij de eigen werkgever, dan dient er gezocht te worden naar passend werk bij een andere werkgever, dit is de externe re-integratie ( 2e spoor). De werkgever en de werknemer dienen voor de externe re-integratie een Re-integratiebureau in te schakelen.
Tijdens het tweede spoortraject dient op basis van medische belastbaarheid en vaardigheden van de werknemer, een maatwerk re-integratie plan opgesteld te worden. Van de werknemer wordt een actieve houding verwacht.
De werknemer zal zelf moeten zoeken naar werk. Dat betekent vacatures vinden en solliciteren.
Conclusie
In de 1e casus stond nog allerminst vast dat de medewerker niet zou kunnen terugkeren naar zijn eigen werk, dan wel geen aangepast werk binnen het eigen bedrijf zou kunnen verrichten. Doordat bovendien geen overeenstemming bestond over het plan van aanpak; het ontbreken van een arbeidsdeskundigen advies, was het tweede spoortraject nog niet in beeld en kon dus het niet solliciteren, niet als werkweigering worden opgevat.
In de 2e casus was al wel sprake van een tweede spoortraject met een eenduidig advies van de re-integratie Coach en op basis daarvan was de werknemer verplicht medewerking te verlenen aan het bijgestelde plan van aanpak met de daarbij behorende sollicitatieverplichting.